Milieueffectenrapport
Milieueffectenrapport
Wat is een MER?
Het milieueffectenrapport, kortweg MER, onderzoekt de mogelijke effecten van een project op mens en milieu. In Vlaanderen wordt voor bepaalde infrastructuurprojecten een MER-studie uitgevoerd, al dan niet verplicht in de procedures. Zo’n studie wordt dan opgemaakt alvorens een omgevingsvergunning aan te vragen.
Voor deze werken is een uitbreiding van de autosnelweg niet nodig. Toch besloot AWV om een milieueffectenrapport (project-MER) op te stellen voor het hele traject tussen Lummen en Ham, alvorens de omgevingsvergunning aan te vragen.
Het project-MER schetst een beeld van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu. Het geeft aan hoe mogelijke negatieve (milieu-)effecten kunnen worden vermeden, gemilderd, verholpen of gecompenseerd.
Informatie- en luisterrondes in 2020 en 2021
Vanaf september 2020 kregen de verschillende betrokken partijen de kans om mee na te denken over het project. De plannen werden in een kennisgevingsdossier gebundeld en voorgesteld aan de dienst-MER. De bewoners van de betrokken gemeenten kregen gedurende de procedure twee keer de kans om hun ideeën, bedenkingen en suggesties te uiten tijdens informatie- en luisterrondes in 2020 en 2021.
Resultaten participatierondes
Voor de MER-studie begon, wilden de MER-experten een goed inzicht krijgen in de vragen en meningen van alle belanghebbenden. In oktober 2020 werden er daarom drie info- en luistermomenten georganiseerd. 135 burgers vulden de bevraging in en 21 woonden één van de info- en luistersessies bij.
- De presentatie, video’s, en verslagen van deze eerste participatieronde kan u hier bekijken
Daarna kregen de bewoners inzage in het resultaat van de MER-studie: het ontwerp milieueffectenrapport (MER) met de evaluatie van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu, en de aanbevelingen voor milderende maatregelen.
- Bekijk hier de presentatie van de digitale infosessie op 19 en 20 april 2021. De antwoorden op veelgestelde vragen vindt u er ook in terug.
Geluidsmetingen en geluidsimpact
Geluid is een grote bezorgdheid van de omwonenden die erg dicht bij de E313 wonen. Op vraag van de omwonenden tijdens de eerste participatieronde, werd het aantal geluidsmetingen die het geluidsmodel aanvullen, opgevoerd. De MER-studie is nu gebaseerd op geluidsmetingen op zes verschillende punten langs het hele traject.
De MER-studie geeft aan dat wat betreft geluid de effecten van spitsstroken als beperkt negatief worden beoordeeld. De impact van het gebruik van de spitsstroken zou minder dan 1 dB(A) zijn. Dit betekent dat het verschil met de bestaande situatie niet of nauwelijks hoorbaar zal zijn. Aangezien er als gevolg van het wegverkeer op de E313 echter al hoge geluidsniveaus voorkomen ter hoogte van de dichtstbijzijnde woningen, geeft het MER enkele milderende maatregelen. Ook stelt het MER voor verder te onderzoeken waar geluidsschermen zinvol kunnen zijn en wat hun impact is op de geluidsemissies.
AWV brengt bijgevolg in kaart waar geluidsschermen zinvol kunnen zijn. Daarvoor wordt rekening gehouden met enkele parameters.
Geluidsschermen: bijkomend onderzoek
Op basis van de effectbeoordeling werd in het project-MER besloten dat het project zelf, namelijk de realisatie van de spitsstroken en de aanpassingen aan de op- en afritten, niet voor bijkomende geluidshinder zorgen. Daarom is er vanuit de discipline Geluid & trillingen geen verplichting om geluidsschermen te voorzien opgenomen.
Aangezien er nu al geluidshinder is, engageert AWV zich om bijkomend onderzoek te doen, los van het project van de spitsstroken, en volgens het geldende beleidskader. De doorlooptijd van een dergelijk onderzoek wordt geraamd op ongeveer twee jaar. Als eerste stap van het saneringsonderzoek zullen geluidsmetingen uitgevoerd worden ter hoogte van bepaalde clusters. Er werden metingen uitgevoerd ter hoogte van Terlaak (Tessenderlo), Genebosstraat (Tessenderlo), Geneikenstraat (Lummen), Zwanebergstraat (Beringen) en de Staatsbaan (Ham). Indien hieruit blijkt dat het geluidsniveau de drempelwaarden overstijgt, wordt vervolgens onderzocht of geluidsschermen zinvol kunnen zijn, welke positie en dimensies noodzakelijk zijn en hoe, in overleg met de betrokken gemeentes de financiering gebeurt.