‘Minder Hinder’ staat altijd voor een minder-hinderstrategie bij wegenwerken en mag dus niet verward worden met overlast die niet wordt veroorzaakt door wegenwerken. Bij Minder Hinder wordt in praktijk vooral gekeken naar:
- de coördinatie tussen de betrokkenen (om vertragingen of conflicten te vermijden);
- maatregelen om de verkeersafwikkeling tijdens de werken te regelen;
- communicatie over de werken en hun gevolgen (om frustratie bij aangelanden te voorkomen);
- steun aan kleinhandelaars die economische schade ondervinden;
- besteksbepalingen fungeren als hefboom.
Hinder wordt hier hoofdzakelijk opgevat als verkeershinder. Hierbij wordt rekening gehouden met twee soorten gehinderden:
- de verkeersdeelnemer verliest tijd of kan zijn reisdoel moeilijker bereiken (te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer of met de wagen);
- de zogenaamde aangelanden (ondernemers en omwonenden) hebben af te rekenen met secundaire effecten van de verkeershinder, zoals sluipverkeer of de onbereikbaarheid van woningen en bedrijven.
Onder de term wegenwerken verstaan we alle werken die op het openbaar domein worden uitgevoerd of die van openbaar nut zijn. Het gaat onder meer om de nieuwbouw of verbouwing van wegen en kunstwerken en over het structurele en dagelijkse onderhoud ervan.
De werkzone is ‘de zone waar effectief gewerkt wordt’;
De werfzone is ’de zone vanaf de eerst aanwezige signalisatie in directe aanloop tot de werf, tot voorbij de laatste signalisatie ter hoogte van het einde van de werf’;
De invloedszone van de werken is minder vast omlijnd. Het is de perimeter waarbinnen de verkeersafwikkeling beïnvloed wordt door de werken en de bijbehorende omleidingen. De invloedszone van de werken wordt voor de verschillende modi anders afgebakend.