Wanneer worden er geluidswerende maatregelen genomen?
Nieuwe situaties - (her)aanleg van wegen
Bij de (her)aanleg van wegen volgen we de wettelijke stedenbouwkundige vergunningsprocedures. Het milieueffectrapport (MER) dat hier onderdeel van uitmaakt onderzoekt welke bijkomende geluidsmilderende maatregelen noodzakelijk zijn bij de (her)aanleg van een weg. Hierbij worden de bepalingen van de MER fiches geluid gevolgd.
Bestaande situaties
Geluidsmilderende maatregelen kunnen onderzocht worden indien:
- de woonzone is opgenomen in de prioriteitenlijst geluid;
- de woonzone deel uitmaakt van de actieve knelpuntenlijst;
- voor de woonzone een samenwerkingsovereenkomst IX van het Mobiliteitsconvenant wordt afgesloten.
Voor deze woonzones investeren we in geluidswerende constructies als aan onderstaande voorwaarden voldaan is:
- Er kan een wooncluster van minstens 5 woningen gevormd worden;
- Een wooncluster is een groep woningen binnen de 100 m van de rand van de betrokken hoofdweg, die maximaal 60 m uit elkaar liggen en waarbij een overschrijding van de geluidseisen wordt berekend. Meerdere woonclusters kunnen gegroepeerd worden indien de woningen onderling maximaal 70 m van elkaar verwijderd zijn of het begin of einde van een scherm een woning of nieuwe wooncluster virtueel kruist.
- Er worden minimum vijf woningen in de wooncluster blootgesteld aan een geluidsniveau LAeq,dag groter dan 60 dB(A), waarvan minstens één woning blootgesteld wordt aan een geluidsniveau LAeq,dag groter dan 65 dB(A).
- We kunnen het geluidsniveau ter hoogte van alle woningen in de wooncluster laten dalen tot onder 60 dB(A) waarbij we voor de woningen die (daarenboven moet de efficiëntie per halve meter scherm meerhoogte minstens 1 dB(A) zijn):
- tot 30 meter van de rand van de weg liggen, een geluidsreductie van minstens 12 dB(A) kunnen realiseren;
- tot 50 meter van de rand van de weg liggen, een geluidsreductie van minstens 10 dB(A) kunnen realiseren.
- Er moet voldoende ruimte zijn om de schermen fysiek te plaatsen waarbij bovendien de verkeersveiligheid gewaarborgd blijft. Om het geluidsniveau voldoende te kunnen doen dalen, mogen er bovendien geen onderbrekingen zijn in het geluidsscherm en moet het voldoende ver kunnen worden doorgetrokken (conform de 140°-regel). Locaties in de buurt van kruispunten komen daarom bijvoorbeeld niet in aanmerking.
Tot slot zetten we ook in op het aanleggen van stillere wegverhardingen waarvoor de “nota stille wegverhardingen” van kracht is. Zo geven we bij de (her)aanleg van wegen de voorkeur aan een stillere wegverharding. Die heeft een fijnere structuur en is daardoor stiller.