Naar aanleiding van het actieplan wegverkeerslawaai is het voorstel goedgekeurd om bij heraanleg van hoofd- en primaire-I wegen, die werden gekarteerd bij de eerste fase van de uitvoering van de Europese richtlijn Omgevingslawaai 2002/49/EG, rekening te houden met het criterium ‘stille optie’.
Het criterium ‘stille optie’ geeft aan in welke situatie het aangewezen is om te kiezen voor een stillere wegverharding door rekening te houden met het aantal mensen dat langs een wegdeel woont. Dit is cartografisch vastgelegd.
Als 'stille optie' zijn volgende wegverhardingen of stillere varianten mogelijk:
- in geval van een asfaltmengsel:
- een AGT klasse I;
- een SMA-D verharding met bijkomende eis voor het gemiddeld rolgeluid per 100 m bij voorlopige oplevering, nl. CPXm is maximaal 96,0 dB(A).
- in geval van een betonnen wegverharding:
- een (tweelaags) doorgaand gewapend beton (0/6.3) met bijkomende eis voor het gemiddeld rolgeluid per 100 m bij voorlopige oplevering, nl. CPXm is maximaal 99,0 dB(A);
- een eenlaags doorgaand gewapend beton 0/31,5 met een bitumineuze verharding als toplaag met als keuze dezelfde verhardingen als bij ‘in geval van een asfaltmengsel’.