De startnota

Op dit moment werkt een studiebureau aan meer concrete oplossingen voor de A12 in Willebroek en Puurs-Sint-Amands. Daarbij zullen ze ook in gesprek gaan met zo veel mogelijk betrokkenen. 

Het resultaat van al het studiewerk verwerken ze in een startnota. Die zal bestaan uit:

• een grondige analyse van de situatie zoals ze nu is
• de doelstellingen van het project 
• de ruimere context
• eerste ruwe ontwerpen en scenario’s (met bv. schematische voorstellingen van kruispunten of bruggen)

Op 27 juni 2024 werd de startnota principieel goedgekeurd. Dat wil zeggen dat er nog een aantal vragen zijn waarmee het projectteam verder aan de slag gaat. In de tweede helft van september verwachten we de definitieve versie van de startnota. 

De projectnota

Vanaf eind 2024 of begin 2025 werkt het studiebureau een projectnota uit. De startnota vormt de basis voor de projectnota. In die projectnota vindt u: 

• een voorontwerp: dat is een ontwerp waarin u de grote lijnen van de plannen ziet en hoe die inpassen in de omgeving;
• typedwarsprofielen: hierop ziet u een doorsnede van de weg op een bepaald punt. U ziet ook informatie over de breedte van bijvoorbeeld een fietspad of de weg of uit hoeveel rijstroken een weg bestaat;
• eventueel 3D-beelden: die tonen hoe de weg en de omgeving er in de toekomst zullen uitzien;
• voorstellen voor de verlichting en materialen.

Om bepaalde keuzes te motiveren, verwijzen de ontwerpers in de projectnota ook naar de huidige situatie en de ruimere context van het project.

Vastleggen van het verdere proces

De verschillende overheden bepalen in bestemmingsplannen de bestemmingen van gebieden. Een gebied kan bijvoorbeeld bestemd zijn voor industrie of bebouwing of natuur. Zowel de gemeenten, de provincies als het Vlaams Gewest hebben zo’n plannen. Het verdere proces moet vergunbaar zijn binnen die plannen en hangt er dus ook sterk vanaf. Daarom bespreken we de volgende stappen samen met het Departement Omgeving.

Zijn de plannen vergunbaar binnen de bestaande bestemmingsplannen dan kunnen we een omgevingsvergunning aanvragen. Zo’n vergunning is nodig om de werken te mogen uitvoeren. Als alles vlot verloopt, doen we die aanvraag in 2026. Samen met die aanvraag gebeurt een openbaar onderzoek en een milieubeoordeling in de vorm van een project-Milieueffectrapport (MER). Hierin onderzoeken onafhankelijke experten de effecten van een plan op mens en milieu. Verlopen alle procedures vlot en wordt de financiering voor de uitvoering van de werken vastgelegd, dan kunnen we op zoek naar een aannemer voor de werken. Die starten ten vroegste in 2028.

Zijn de plannen niet vergunbaar binnen de bestaande bestemmingsplannen dan moet er eerst een nieuw Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) opgemaakt worden. Hierin worden, waar nodig, nieuwe bestemmingen aangeduid. Er worden ook stedenbouwkundige voorschriften vastgelegd. Samen met het GRUP wordt een milieubeoordeling gemaakt in de vorm van een plan-Milieueffectrapport (MER). Daarin onderzoeken onafhankelijke experten de effecten van een plan op mens en milieu. Als alles vlot verloopt zijn het GRUP en het plan-MER klaar tegen eind 2025. Daarna kan een definitief ontwerp opgemaakt worden en volgt een openbaar onderzoek. De werken starten in dat geval ten vroegste in 2029.