Elke dag gebeuren er op onze wegen verschillende incidenten, van ongevallen tot ladingverlies en voertuigen met pech. Een juiste reflex als wegbestuurder is essentieel om zowel de eigen veiligheid als die van andere bestuurders te garanderen.
Ongevallen op wegen
Wat moet je doen bij pech of een ongeval?
- Rij, indien mogelijk, door naar een vluchthaven, parkeerplaats of benzinestation.
- Lukt het niet om door te rijden naar een veilige plek, zet de wagen dan zo veel mogelijk rechts van de autosnelweg stil.
- Schakel de 4-richtingaanwijzers in
- Alle inzittenden trekken een fluohesje aan en verlaten het voertuig.
- Neem zo snel mogelijk plaats achter de vangrail.
- Plaats de gevarendriehoek, die deel uitmaakt van de verplichte uitrusting van een voertuig, op minstens 100m van het voertuig zodat het goed zichtbaar is voor het verkeer achter u.
Niet gekwetst of hebt u de hulpdiensten niet nodig?
Dan kan u uw bijstand eerst zelf contacteren en vervolgens het nummer 112 bellen. Of bel onmiddellijk het nummer 112. Indien nodig komen de hulpdiensten ter plaatse. De Federale wegpolitie roept daarnaast automatisch een F.A.S.T-takeldienst op.
Sta je in de file door een incident verderop? Vorm de reddingsstrook!
Bij elke file hoort een reddingsstrook. Wacht dus niet tot je de zwaailichten ziet in je achterruitkijkspiegen! Vorm bij elke file meteen een reddingsstrook. Zo geraken hulpdiensten en takelaars vlot ter plaatse, worden slachtoffers sneller geholpen en kan de weg sneller worden vrijgemaakt.
Lees hier meer over de reddingsstrook.
Ongevallen in tunnels
Wat moet je doen bij pech of ongeval in een tunnel?
In een tunnel zijn er heel wat extra risico’s die zich niet of minder voordoen op de open weg. Onze tunnels staan onder toezicht van de verkeersleiders in de verkeerscontrolezaal van het Vlaams Verkeerscentrum. Door zelf een veilige rijstijl te hanteren zorgen we samen voor veilige tunnels.
Hoe je reageert bij een incident, hangt af van de situatie:
Bij pech of ongevallen
- Rij indien mogelijk de tunnel uit. Is dit niet mogelijk, ga dan zo dicht mogelijk langs de tunnelwand staan.
- Zet de alarmknipperlichten aan.
- Zet de motor af, laat de sleutel in het contact zitten en verlaat het voertuig.
- Bel om hulp bij voorkeur vanaf een hulppost (mobiele telefoons geven niet aan van waar u belt).
- Verleen gewonden eerste hulp, als dat kan
Je voertuig staat in brand
- Rijd indien mogelijk de tunnel uit. Is dit niet mogelijk, ga dan zo dicht mogelijk langs de tunnelwand staan.
- Zet de motor af, laat de sleutel in het contact zitten en verlaat onmiddellijk het voertuig.
- Bel om hulp bij voorkeur vanaf een hulppost (mobiele telefoons geven niet aan van waar je belt).
- Breng jezelf en je passagiers in veiligheid via de nooduitgangen.
Een ander voertuig staat in brand
- Blijf op een veilige afstand van de voorligger en keer niet om. Zet je voertuig zo dicht mogelijk langs de tunnelwand en laat de hulpdiensten vrije doorgang.
- Zet de motor af, laat de sleutel in het contact zitten en verlaat onmiddellijk uw voertuig.
- Bel om hulp bij voorkeur vanaf een hulppost (mobiele telefoons geven niet aan van waar u belt).
- Breng jezelf en uw passagiers in veiligheid via de nooduitgangen en loop door tot je het verzamelpunt in open lucht bereikt
- Verleen gewonden eerste hulp, indien mogelijk
Lees hier meer over veilig rijden in tunnels.