Geluidsbeperkingen in de overdracht zijn geluidsreducerende maatregelen tussen bron en ontvanger waardoor het geluidsniveau ter hoogte van de ontvanger wordt verlaagd.
Zoals geluidsschermen of gronddammen
Geluidswerende constructies
Werking
Een geluidswerende constructie is een obstakel tussen bron en ontvanger waardoor geluid, afkomstig van wegverkeer, zich niet meer vrij kan voortplanten van de bron tot bij de ontvanger.
De verlaging van het geluidsniveau achter een scherm is enerzijds afhankelijk van de plaats waar de ontvanger zich bevindt ten opzichte van de geluidsbron en anderzijds van de aard van het geluid.
Het is duidelijk dat hoe groter de opgelegde omweg is, hoe groter de geluidsreductie zal zijn. Ook zal bij eenzelfde hoogte van een geluidswerende constructie de opgelegde omweg het grootst zijn wanneer het geluidsscherm of de gronddam vlak naast de bron of de ontvanger wordt gepositioneerd. Indien de geluidswerende constructie in het midden van de bron en de ontvanger wordt geplaatst is de opgelegde omweg minimaal, evenals de verkregen geluidsreductie.
De aard van het geluid is bepalend voor de werking van een geluidsscherm. Laagfrequente geluiden worden immers minder afgezwakt dan hoogfrequente geluiden. Laagfrequente geluidsgolven buigen – door hun grote golflengte – makkelijker over een scherm heen, dan hoogfrequente. Dit betekent ook dat een scherm minder effectief zal zijn langsheen een weg met een hoog percentage vrachtwagens die een meer laagfrequent geluid uitstralen dan personenwagens.
Aan schermen worden eisen opgelegd inzake akoestische isolatie en absorptie. Om een voldoende isolatie te verkrijgen, moet het scherm voldoende massa hebben.
Om te voorkomen dat de invallende geluidsgolven weerkaatst worden naar de tegenoverliggende zone moeten geluidsschermen een bepaalde absorptiegraad bezitten. Het gebruik van absorberende schermen is ook aangewezen langs wegen met een hoog percentage vrachtwagens. Bij reflecterende schermen kunnen er immers weerkaatsingen van de geluidsgolven tussen het scherm en het koetswerk van de vrachtwagens ontstaan waardoor de efficiëntie van het scherm in de zone achter het scherm vermindert.
Tot op heden behoren naast geluidsschermen ook gronddammen tot de meest courante geluidswerende constructies in Vlaanderen. Het nadeel van een gronddam ten opzichte van een scherm is dat een grotere hoogte vereist is om eenzelfde akoestische reductie te bekomen. Dit komt doordat het diffractiepunt van een gronddam verder van de geluidsbron verwijderd is dan de top van een geluidsscherm op dezelfde positie. Ook de schuine zijden van een gronddam zorgen ervoor dat de geluidsgolven makkelijker over de gronddam heen rollen.
Diffractoren
Een recent ontwikkelde geluidswerende constructie is de diffractor. Diffractoren zijn een horizontale constructie van ongeveer 1m breedte, met daarin een aantal sleuven van variabele diepte. Die plaatsen we parallel aan de weg. Ze ligt bovenop een geluidsabsorberende wand van ongeveer 1m hoogte.
De sleuven met verschillende dieptes buigen het geluid (met verschillende frequenties) af naar boven, waardoor er een stillere zone achter de diffractor ontstaat. De combinatie van lage geluidswand met de horizontale diffractoren zorgt voor een geluidsreductie in de omgeving. Net zoals bij geluidsmuren neemt het effect van de maatregel af naarmate de afstand groter wordt.
Opgelet: op dit moment zijn diffractoren enkel zinvol toepasbaar op een weg met één rijstrook in elke rijrichting (2x1). De effectiviteit en toepasbaarheid van diffractoren in andere omstandigheden onderzoeken we nog verder.
Een voordeel van deze constructie is de beperkte visuele impact op de omgeving, in vergelijking met pakweg hoge geluidsschermen.
Andere oplossingen
Intunneling of open sleuf met geluidsabsorberende panelen
Een andere mogelijke ingreep is het overkappen of intunnelen van een weg. Belangrijk daarbij is dat de tunnelmonden bekleed worden met geluidsabsorberende gevelelementen om klankkasteffecten te vermijden. Dit geldt ook voor open sleuven waarbij de wanden van de sleuven best bekleed worden met akoestisch absorberend materiaal. Zo kunnen reflecties tot een minimum worden beperkt.
Geluidswerende bebouwing
Ook gebouwen kunnen dienst doen als geluidswerende constructie. Deze kunnen een maatschappelijke functie hebben, maar ook een woonfunctie is mogelijk mits goede oriëntering van de woningen en het toepassen van stille gevels. Bij geluidsbeperkingen bij de ontvanger kan hierover meer gelezen worden.
Vegetatie of groenaanplanting
De afscherming door het plaatsen van vegetatie wordt over het algemeen overschat. Vegetatie is immers een slechte absorber van geluid.
Om een extra geluidsreducerend effect (ongeveer 3 tot maximaal 5 dB(A)) te bekomen, is een dicht bos van minstens 100 meter diepte naast de af te schermen weg noodzakelijk. Dit betekent een bos met een afwisseling van hoge en lage bomen en struiken en waardoor, op alle niveaus, slechts enkele meters ver kan worden gekeken. Enkel in dat geval wordt de maximale geluiddempende werking bereikt.
Beplanting over een beperkte diepte houdt fysisch geen geluid tegen. Toch kan verkeersgeluid, wanneer men de bron aan het zicht onttrekt, minder indringend klinken (subjectieve waarneming).
Beplantingen vlakbij een geluidsscherm verdienen extra aandacht. Bomen vlak voor of achter een scherm, met kruin hoger dan de top van het scherm, kunnen de schermwerking verminderen door reflecties tegen de onderkant van het bladerdek zodat het geluid over de schermtop heen wordt gekaatst. Begroeiing vlakbij een scherm wordt bijgevolg best beperkt in hoogte tot die van de schermtop.
Maskeereffect
Door het aanbrengen van een bijkomende geluidsbron met een minder indringend spectrum zoals een fontein of ritselende bladeren, kan het indringend geluid van het wegverkeer worden gemaskeerd. Het effectieve geluidsniveau verlaagt hierdoor niet, maar er wordt een geluid gecreëerd dat minder hinderlijk wordt ervaren.