Dit vademecum beschrijft de verticale wegopbouw van een wegstructuur in functie van de bouwklasse voor alle wegcategorieën.
Een wegstructuur bestaat in de regel uit een verharding, een fundering en een onderfundering. Een standaardstructuur is een standaardcombinatie van deze drie lagen met specifieke materialen en laagdiktes die ontworpen werd om te weerstaan aan een bepaalde verkeersbelasting. Er werden standaardstructuren opgemaakt voor asfaltverhardingen, betonverhardingen en bestratingen, die gecombineerd kunnen worden met verschillende types funderingen (steenslagfunderingen, schraalbetonfunderingen, schraalasfaltfunderingen, ...).
De verkeersbelasting die de wegstructuur tijdens haar volledige levensduur zal belasten, wordt uitgedrukt aan de hand van de bouwklasse. In dit vademecum wordt de berekening van de bouwklasse toegelicht, maar kan ook berekend worden met deze rekenmodule. Er zijn tien bouwklassen gedefinieerd van B1 (zeer zwaar verkeer) tot B10 (weinig verkeer) en een specifieke bouwklasse BF voor vrijliggende fietspaden.
Tenslotte wordt in het vademecum een afwegingskader aangeboden die een ontwerper kan leiden bij de keuze van de verschillende lagen.