Vandaag start opnieuw de winterdienst van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). 313 strooiwagens en 202 fietspadstrooiers staan klaar om bij kans op winterse gladheid uit te rijden langs 7.000 kilometer snelwegen en gewestwegen en 7.700 km fietspaden. De derde maandag van april volgend jaar loopt de winterdienst af.

Voor het seizoen 2024-2025 is er opnieuw 103.000 ton strooimiddel ter beschikking, in eigen loodsen en op sites van zoutleveranciers. Sinds de start van de winterdienst in 1982 strooit AWV gemiddeld 39.000 ton strooizout per seizoen; de afgelopen vijf jaar lag dat seizoensgemiddelde lager met 21.000 ton. Dat heeft te maken met de mildere winters, maar ook met het zuiniger strooien met strooiers die zich aanpassen aan de breedte van het fietspad en de weg.

Klok-rond monitoring bij winterprik

AWV strooit zoveel mogelijk voor het glad wordt, vaak in de kleinste uren van de nacht. “Bij een algemene strooiactie over heel Vlaanderen zijn er 560 mensen aan het werk, waarvan zo’n 45 AWV-medewerkers. Zij nemen de klok rond strooibeslissingen, roepen chauffeurs op waar nodig en doen inspecties op het terrein. Een intensief werk, dat bijzonder belangrijk is om de veiligheid van onze wegen en fietspaden te garanderen op de koudste momenten van het jaar,” zegt de Vlaamse minister van Mobiliteit Annick De Ridder.

Om te weten waar er precies gestrooid moet worden, biedt het gladheidsmeetsysteem (GMS) houvast. Dit dashboard toont waar de risico’s zijn en wat de beste timing is. Het systeem combineert informatie van 75 meetpunten met weersvoorspellingen van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). Ook burgers helpen de winterdienst: via de KMI-app kunnen ze lokale weerfenomenen doorgeven.

Winteractieprotocol verhoogt veiligheid bij gevaarlijk winterweer

Ook dit seizoen wordt bij een groot risico op extra files het winteractieprotocol (WAP) geactiveerd. Het WAP is een intensieve samenwerking tussen AWV, de Federale Wegpolitie, het KMI, De Lijn, de provincies, de Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en mobiliteitsorganisaties.

Bij gevaarlijk winterweer stemmen deze partners af over de acties en waarschuwen ze  samen de weggebruikers. Denk bijvoorbeeld aan vriestemperaturen tijdens de ochtendspits in combinatie met neerslag. Op zo’n moment is het belangrijk dat bestuurders en fietsers gewaarschuwd worden, en dat alle partners in verhoogde staat van paraatheid zijn om in te grijpen bij problemen.