Onderzoek UAntwerpen: BIM-georiënteerd werken binnen de (wegen)bouwsector
Conclusies
- 13% van de respondenten heeft nog nooit iets gehoord over het BIM-concept. 🡺 De meeste van hen zijn actief in de wegenbouw.
- 57% heeft de overgang kunnen maken
- De meeste van hen zijn actief in de burgerlijke bouwkunde
- De wegenbouwsector ondervindt een zekere vertraging
- In de groep die nooit met BIM heeft gewerkt
- 47% is actief in de wegenbouwsector 🡺 redenen: gebrek aan kennis en ervaring, onvoldoende vraag naar BIM en gebrek aan tijd om de omschakeling te realiseren
- Belangrijkste voordelen van BIM:
- Verhoogde productiviteit, meer samenwerking en minder onvoorziene kosten
- Er is een significant verschil in de variantie tussen kleine en grote bedrijven. 🡺 Kleine bedrijven zijn minder goed in staat om de overstap te maken door gebrek aan geld en middelen
Samenvatting van het onderzoek
In de laatste jaren is de druk om te gaan digitaliseren sterk toegenomen in de samenleving. Door middel van digitale technologieën wordt getracht het bedrijfsmodel te veranderen om zo het proces naar een digitaal bedrijf te kunnen realiseren. Deze transitie vindt ook plaats in de bouwsector in het algemeen en meer specifiek in de wegenbouwsector. Er is namelijk een opmerkelijke en grootschalige verschuiving van een traditioneel bouwproces naar een bouwproces dat gebaseerd is op het BIM-principe.
BIM is een zeer breed concept dat meerdere interpretaties kent. Eerst en vooral staat de afkorting voor Building Information Modelling, dit is het proces van het delen van digitale gegevens tussen de verschillende partners van een project via een gemeenschappelijk uitwisselingsplatform om de rollen van de verschillende belanghebbenden te ondersteunen. Daarnaast staat het ook voor Building Information Model, dit is de digitale 3D-weergave van het project. Naast deze twee betekenissen wordt de afkorting tegenwoordig ook gebruikt in de zin van Building Information Management, namelijk de intelligentie in het BIM-model en de mogelijkheid om de informatie te beheren en op te vragen.
Het doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is om de overgang van het traditioneel bouwproces naar het bouwproces met BIM voor de wegenbouw ondernemingen en de andere bouwondernemingen in België te onderzoeken door een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag, namelijk “Op welke manier wordt BIM geïmplementeerd binnen de (wegen)bouwsector in België en waar staan ze momenteel in deze overgang tussen het traditioneel bouwproces en een bouwproces met BIM?” Hierbij wordt de focus gelegd op vier topics, namelijk de BIM-maturiteit, de voordelen van BIM, de nadelen van BIM en de toekomstvisie. Hiermee kan er vervolgens een beeld gecreëerd worden hoe de verdere evolutie van het BIM er de komende jaren zal uitzien.
Resultaten
Om de huidige stand van zaken te kunnen bepalen werd er een enquête opgesteld, bestaande uit twee delen. Het eerste deel werd ingevuld door alle 122 respondenten in tegenstelling tot het tweede deel dat optioneel was en slechts ingevuld werd door 42 respondenten. In het eerste gedeelte van de enquête wordt het bedrijfsprofiel van de respondent achterhaald, zoals de functie van de respondent, de sector waarin hij of zij werkzaam is en de bedrijfsgrootte van het bedrijf die hij of zij vertegenwoordigt. Met dit bedrijfsprofiel werden dan correlaties en kruistabellen gemaakt om de samenhang tussen dit bedrijfsprofiel en de graad van digitalisering of het gebruik van BIM te kunnen achterhalen. Bijkomend werden er dan ook T-tests uitgevoerd om de gemiddelden van twee variabelen met elkaar te kunnen vergelijken en om te testen of deze verschillen significant zijn of niet. Vervolgens werd dan ook in het eerste deel van de enquête de BIM-maturiteit van de respondenten achterhaald. In het tweede deel van de enquête werden verschillende aspecten uit het eerste deel in meer detail, aan de hand van stellingen, getoetst om een beter beeld te kunnen krijgen van bepaalde standpunten. Zowel de enquête als de analyses werden onderbouwd met een grondige literatuurstudie.
De demografische gegevens van de respondenten geven aan dat meer dan de helft van de respondenten in een groot bedrijf met meer dan 250 werknemers werkt en dat de twee grootste groepen actief zijn in de wegenbouwsector en de burgerlijke bouwkunde. In het tweede deel van de enquête haken echter veel respondenten, die actief zijn binnen de wegenbouwsector, af en bestaat de grootste groep uit respondenten actief in de burgerlijke bouwkunde.
Uit de analyses van het onderzoek blijkt dat 48% van de deelnemers (n=122) al betrokken is bij de overgang naar een digitaal bedrijf en gestart is met innovatieve digitaliseringsacties of projecten. Slechts 39% (n=122) is volledig gedigitaliseerd en is actief bezig met de digitalisatie van hun bouwplaatsen. Opvallend is echter dat er nog steeds een kleine 13% (n=122) aanwezig is die zich niet of nauwelijks bezighoudt met de digitalisatie. En het is juist die groep die vandaag de dag voor bepaalde barrières zorgt binnen de bouwsector. Het is daarom belangrijk dat deze minderheid de nodige aandacht krijgt omdat ze de oorzaak zijn van de trage transitie in België.
Wanneer het bedrijfsprofiel van deze respondenten, die sporadisch of nooit betrokken zijn bij digitalisering, wordt achterhaald, blijkt dat 58% van hen actief is in de wegenbouw, 21% in de residentiële sector en 21% in de burgerlijke bouwkunde. Het merendeel van de respondenten die de overstap al wel hebben gemaakt en hun bedrijfsprocessen actief digitaliseren, zijn met 29% actief in de burgerlijke bouwkunde.
Binnen dit digitalisatieproces speelt BIM een zeer belangrijke rol en met de vele voordelen dat het met zich meebrengt, heeft het de laatste jaren veel van zich laten horen. 55% (n=122) van de respondenten in de steekproef weet dan ook in het algemeen hoe het BIM-principe in elkaar zit en slechts 32% (n=122) heeft een zeer ruime kennis van BIM. Maar ook hier weer is er een kleine 13% (n=122) die bijna niets weet over het BIM-proces of er zelfs nog nooit iets van heeft gehoord. Wanneer we dan weer inzoomen op deze minderheid zien we dat de meesten actief zijn binnen de wegenbouwsector.
De analyses naar het gebruik van BIM daarentegen tonen aan dat 57% (n=122) van de respondenten al eens met BIM heeft gewerkt. Wanneer de bedrijfsprofielen van deze respondenten onder de loep worden genomen, is het opmerkelijk dat de meeste respondenten die “ja” hebben geantwoord, actief zijn binnen de burgerlijke bouwkunde en slechts 13% in de wegenbouwsector. Bij de respondenten die nooit met BIM hebben gewerkt, valt het juist op dat degenen die actief zijn in de wegenbouwsector met 47% het voortouw nemen. Dit is zeer hoog in vergelijking met de andere sectoren.
De belangrijkste reden waarom de meeste respondenten in dit onderzoek, die geen gebruik maken van BIM, deze stap nog niet hebben kunnen zetten, is het gebrek aan kennis en ervaring. Dit heeft ook te maken met het feit dat dit bijna nooit is gevraagd geweest door de klant of door een gebrek aan tijd.
Voordelen BIM
Een van de voornaamste redenen die de omschakeling naar het BIM-proces echter wel aantrekkelijk maakt, is de 3D-clashdetectie. De meeste respondenten zijn het er namelijk ook over eens dat de 3D-clashdetectie de belangrijkste toepassing is van BIM, die door zijn aanwezigheid de fouten reeds in een vroeger stadium kan filteren en zo de faalkosten kan verlagen. Uit de literatuurstudie bleek dat het BIM-proces tijdens bepaalde bouwfasen tot opmerkelijke voordelen kon leiden. De analyse hier toont aan dat deze voordelen vooral ontstaan tijdens de bouwfase en bij het bepalen van de hoeveelheden en kosten. Daarnaast blijkt ook dat de belangrijkste voordelen dat de meeste respondenten, naast de 3D-clashdetectie, ervaren bij een bouwproces met BIM, een toename is van de productiviteit, efficiëntie, kwaliteit en de betrokkenheid van projectmedewerkers als gevolg van een betere communicatie en samenwerking.
Barrières om BIM-gericht te werken
Er zijn echter ook een aantal nadelen die gepaard gaan met BIM. De implementatie vereist namelijk een aanzienlijke investering in hardware en software, waarin men voortdurend moet investeren. Na een opleiding zullen de medewerkers zich daar ook eerst mee vertrouwd moeten maken, wat de productiviteit en snelheid van de ontwerpen in de eerste fase zal verminderen. Daarnaast werkt het BIM verhaal ook enkel en alleen indien iedere schakel meewerkt. Als er één schakel is binnen de kring die zijn werk niet naar behoren uitvoert, dan verdwijnt de meerwaarde van het BIM-proces. De kleine onderaannemers zijn hier een goed voorbeeld van.
Uit de voorgaande analyses bleek dat de respondenten die actief zijn binnen de wegenbouwsector meestal minder gedigitaliseerd zijn en nog in de beginfase zitten bij de implementatie van BIM ten opzichte van de andere sectoren, zoals voornamelijk de burgerlijke bouwkunde. Om te kunnen spreken van een verschil moet het verschil significant zijn. Omwille van deze redenen werd er een T-test uitgevoerd om te onderzoeken of er inderdaad een significant verschil is tussen de wegenbouwsector en de andere sectoren op vlak van de kennis over BIM. Hieruit bleek dat de respondenten die actief zijn in de wegenbouwsector een gemiddelde hebben van 2,94 op een schaal van 1 tot 4, waarbij 1 staat voor 'helemaal geen kennis van BIM' en 4 voor 'ik heb een uitgebreide kennis van BIM'. Dit betekent dat deze respondenten gemiddeld genomen neigen naar categorie 3, die zegt in grote lijnen te weten hoe BIM werkt. De respondenten die actief zijn in de bouwsector hebben een gemiddelde van 3,41. Dit betekent dat deze respondenten gemiddeld tussen categorie 3 en 4 zitten, wat betekent dat ze tussen een brede kennis van BIM en een uitgebreide kennis van BIM zitten. Tot slot heeft deze groep een significant hoger gemiddelde dan de respondenten die actief zijn in de wegenbouwsector en hebben ze dus meer kennis van BIM. De standaardafwijking laat echter wel zien dat het verschil in gemiddelde niet zo groot is.
Er is tenslotte ook een significant verschil tussen kleine en grote bedrijven. Kleinere bedrijven kunnen de omschakeling moeilijker realiseren door een gebrek aan geld en middelen in tegenstelling tot de grotere bedrijven. Dit maakt het namelijk ook moeilijk voor de grotere bedrijven die volledig in BIM willen werken maar dit niet kunnen omdat ze moeten samenwerken met kleinere onderaannemers, die de omschakeling niet kunnen realiseren.